
Wat zijn primaire reflexen?
Wat zijn primaire reflexen en waarom zijn ze belangrijk voor je kind?
We kennen allemaal de wonderlijke bewegingen van pasgeboren baby’s: ze grijpen je vinger, zuigen instinctief aan de borst en maken schokkende bewegingen bij een plots geluid. Deze reacties zijn geen toeval, maar worden veroorzaakt door primaire reflexen – automatische reacties van het zenuwstelsel die al vóór de geboorte ontstaan.
In dit artikel leg ik uit wat deze reflexen precies zijn, waarom ze belangrijk zijn in de ontwikkeling van je kind én wat de gevolgen kunnen zijn als ze niet op tijd ‘uitgeschakeld’ worden. Ook geef ik herkenbare voorbeelden per reflex.
🧠 Wat zijn primaire reflexen?
Primaire reflexen zijn aangeboren bewegingspatronen die het babybrein aanstuurt. Ze helpen bij de geboorte (zoals het draaien en persen), bij het drinken, en bij de ontwikkeling van motoriek, zintuigen en balans. Deze reflexen verdwijnen normaal gesproken in het eerste levensjaar om plaats te maken voor bewuste bewegingen.
Wanneer dat niet gebeurt, blijven ze in zekere mate ‘aan’ staan. Dan spreken we van niet-geïntegreerde reflexen, en die kunnen ongemerkt zorgen voor leer-, gedrags- of motorische problemen.
🌟 De belangrijkste primaire reflexen
Hieronder vind je een overzicht van veelvoorkomende reflexen, wat hun functie is, wat er gebeurt als ze blijven bestaan en hoe je dat in gedrag of ontwikkeling van je kind kunt herkennen.
1. Moro-reflex (schrikreflex)
Functie: Overlevingsreflex; activeert het lichaam bij gevaar.
Verdwijnt normaal: Rond 4-6 maanden.
Bij blijvende activatie:
- Kind schrikt snel van geluid, licht of aanraking.
- Heeft moeite met veranderingen of nieuwe situaties.
- Slaapt onrustig of heeft moeite met inslapen.
- Is snel overprikkeld of gespannen.
Voorbeeld:
Luca (6) schrikt enorm van het schoolbelletje. Hij duikt letterlijk in elkaar, raakt in paniek en heeft daarna tijd nodig om tot rust te komen. Bij feestjes houdt hij zijn handen over zijn oren en wordt hij snel emotioneel.
2. ATNR – Asymmetrische Tonische Nekreflex
Functie: Helpt bij geboorteproces en eerste hand-oogcoördinatie.
Verdwijnt normaal: Rond 6 maanden.
Bij blijvende activatie:
- Moeite met schrijven (draait hoofd bij het schrijven).
- Letters en cijfers worden gespiegeld of omgedraaid.
- Problemen met over het midden kruisen (b.v. linkerhand naar rechterkant brengen).
- Slechte houding tijdens schoolwerk (leunt op arm, ligt met hoofd op tafel).
Voorbeeld:
Mila (7) draait haar hoofd mee als ze iets opschrijft. Als ze iets van links moet pakken met rechts, beweegt haar hele bovenlichaam. Ze spiegelt soms de letters b en d.
3. STNR – Symmetrische Tonische Nekreflex
Functie: Bereidt voor op kruipen en coördinatie tussen boven- en onderlichaam.
Verdwijnt normaal: Rond 9-11 maanden.
Bij blijvende activatie:
- Moeite met stilzitten, wiebelt veel op stoel.
- Moeite met overzien van een bladzijde tekst.
- Moeilijkheden bij het leren zwemmen.
- Slordig of traag handschrift.
Voorbeeld:
Sam (8) zakt steeds onderuit in zijn stoel of zit juist heel gespannen. Bij lezen beweegt hij zijn hoofd mee met elke regel. Tijdens zwemles maakt hij geen vloeiende bewegingen met armen en benen tegelijk.
4. TLR – Tonische Labyrint Reflex
Functie: Helpt bij evenwicht en spierspanning in liggende houding.
Verdwijnt normaal: Rond 3-4 maanden.
Bij blijvende activatie:
- Slechte balans (struikelt snel, onhandig).
- Problemen met ruimtelijk inzicht.
- Houding is te stijf of juist te slap.
- Onzeker bij traplopen of op klimtoestellen.
Voorbeeld:
Nina (5) vindt traplopen eng en houdt zich stevig vast. Ze struikelt vaak over haar eigen voeten. Haar juf merkt op dat ze moeite heeft met het onthouden van ruimtelijke volgordes (boven/onder, voor/achter).
5. Grijpreflex
Functie: Helpt bij hechting en grijpen.
Verdwijnt normaal: Rond 3 maanden (hand) en 9 maanden (voet).
Bij blijvende activatie:
- Krampachtige schrijfhouding.
- Moeite met fijne motoriek (knippen, knutselen).
- Handen zijn vaak gespannen.
Voorbeeld:
Timo (6) klemt zijn potlood hard vast en drukt diep op het papier. Na 10 minuten schrijven klaagt hij over pijn in zijn hand. Hij vermijdt knutselactiviteiten.
6. Spinal Galant Reflex
Functie: Helpt bij rotatie tijdens de geboorte en het ontwikkelen van de romp.
Verdwijnt normaal: Rond 6 maanden.
Bij blijvende activatie:
- Kan niet goed stilzitten; draait steeds met de romp.
- Overgevoelig voor aanraking op de rug (etiketjes, kleding).
- Heeft vaak aandrang tot plassen.
Voorbeeld:
Ella (7) friemelt steeds aan haar trui of krabt op haar rug. Ze zit onrustig op haar stoel en staat vaak op om naar de wc te gaan, zelfs als ze net is geweest.
7. Babkin-reflex
Functie: Verbindt hand-mond-coördinatie.
Verdwijnt normaal: Rond 4 maanden.
Bij blijvende activatie:
- Kauwt op potloden of nagels bij spanning.
- Maakt geluidjes tijdens schrijven of lezen.
- Taalontwikkeling kan vertraagd zijn.
Voorbeeld:
Noah (6) steekt vaak zijn tong uit als hij aan het tekenen is. Zijn ouders merken op dat hij nog steeds op zijn mouwen zuigt bij spanning of concentratie.
🧩 Wat kun je als ouder doen?
✔️ Herkenning is de eerste stap
Veel ouders denken eerst aan concentratieproblemen, dyslexie of gedragsproblemen, zonder te weten dat een fysieke oorzaak ook mogelijk is.
✔️ Stimuleer natuurlijke beweging
Laat je kind veel buitenspelen, rollen, kruipen, klimmen en zwemmen. Dat helpt het zenuwstelsel zich verder te ontwikkelen.
✔️ Overweeg screening of reflexintegratie
Er zijn specialisten die kunnen testen of reflexen nog actief zijn en met eenvoudige oefeningen helpen bij integratie.