
Concentratieproblemen – meer dan onwil
Inleiding
Veel ouders herkennen het: een kind dat eindeloos lijkt te dromen, wiebelt op zijn stoel, steeds afdwaalt of na vijf minuten roept dat het niet lukt.
En dat roept al snel vragen op. Is het onwil? Is het gewoon geen zin? Of zit er iets anders achter?
In mijn praktijk zag ik tientallen kinderen die worstelden met concentratie. Slimme kinderen, nieuwsgierige kinderen, gevoelige kinderen.
En telkens weer bleek: concentratieproblemen hebben zelden iets te maken met “niet willen” – maar alles met wat er in het brein gebeurt.
Voorbeeld uit de praktijk
Neem Daan, acht jaar. Zijn moeder vertelde:
“Hij kan zich wél concentreren… als hij iets leuk vindt. Maar zodra het saai of moeilijk wordt, is hij weg.”
Toen ik met Daan werkte, zag ik het direct: hij probeerde het echt. Maar zijn brein kon de prikkels om hem heen niet goed filteren. Een geluid in de gang, een wiebelende tafel, een eigen gedachte – alles kwam even hard binnen.
Dat is geen ongehoorzaamheid. Dat is een brein dat moeite heeft om aandacht vast te houden.
Centrale vraag
Hoe herken je of concentratieproblemen meer zijn dan onwil - en wat gebeurt er in het brein?
Hoofdstuk 1 - Wat is concentratie eigenlijk?
Concentratie is het vermogen om aandacht gericht vast te houden op één taak, terwijl je afleidende prikkels onderdrukt.
Het is geen karaktereigenschap, maar een breinvaardigheid die zich langzaam ontwikkelt.
Concentratie hangt samen met:
- werkgeheugen (onthouden wat je aan het doen bent)
- inhibitie (afleidingen negeren)
- volgehouden aandacht (doorgaan als het moeilijk of saai is)
- motivatie (het brein wil energie stoppen in iets dat betekenis heeft)
Deze functies zijn onderdeel van de executieve functies en rijpen tot ver in de tienerjaren door.
Hoofdstuk 2 - Waarom het geen onwil is
Bij veel kinderen zie je dat ze wel willen, maar dat hun brein nog niet sterk genoeg is om:
- informatie te filteren
- prikkels te onderdrukken
- aandacht lang vast te houden
- zichzelf terug te sturen naar de taak
Als een kind moeite heeft met prikkelverwerking, werkgeheugen of emotieregulatie, is concentratie geen kwestie van “doe even je best”, maar van hersenontwikkeling.
Daarom zie je:
- moeite met starten
- snel afdwalen
- taken niet afmaken
- frustratie bij moeilijk werk
- gevoeligheid voor geluid of beweging
- rusteloos of dromerig gedrag
Het is geen onwil. Het is overspoeling, overprikkeling of te weinig houvast.
Hoofdstuk 3 - Dieper in het brein
Concentratie ontstaat in de prefrontale cortex – een hersengebied dat pas rond het 25e levensjaar volwassen is.
Bij kinderen is dit gebied dus volop in opbouw: de “regelkamer” is er wel, maar de verbindingen zijn nog in aanleg.
Daarnaast speelt het limbisch systeem (emoties, motivatie) een grote rol.
Als een taak:
- te moeilijk is
- te saai is
- te veel stress oproept
- te snel moet
…schakelt het brein over op andere prikkels die makkelijker of prettiger zijn.
Daarom kan een kind dat druk, dromerig of afgeleid lijkt, van binnen heel hard werken.
Hoofdstuk 4 - Wat kun je als ouder doen?
1. Kleine stappen, duidelijk ritme
Structuur en voorspelbaarheid helpen het brein om niet steeds opnieuw te hoeven schakelen.
2. Werk in korte blokjes
10–15 minuten aandacht → pauze → opnieuw.
Het brein van een kind werkt ritmisch, niet lineair.
3. Beweging tussendoor
Beweging verbetert concentratie meer dan stilzitten.
Denk aan springen, wandelen, rekken, even buiten zijn.
4. Maak taken visueel
Een stappenplan, checklist of dagstroom geeft rust en overzicht.
5. Geef betekenis
Leg uit waarom iets belangrijk is of koppel het aan interesses.
Een betrokken brein is een geconcentreerd brein.
6. Verminder prikkels
Rustige werkplek, minder spullen om zich heen, zachte verlichting, oortjes zonder geluid of een wiebelkussen – afhankelijk van wat werkt.
Hoofdstuk 5 - Een moment van inzicht
Toen Daan eenmaal werkte met korte blokjes, duidelijke stappen en beweging tussendoor, veranderde zijn concentratie compleet.
Zijn moeder zei later:
“Het is alsof hij ineens kan laten zien wat er al die tijd al in zat.”
Kinderen willen bijna altijd wel – hun brein heeft alleen andere voorwaarden nodig om aandacht vast te houden.
Hoofdstuk 6 - Ontdek meer over dit onderwerp
Ontdek meer over dit onderwerp in de mini-cursus Brein & Leren.
Daarin leer je hoe concentratie ontstaat in het brein, waarom sommige kinderen moeite hebben met focus en wat je thuis kunt doen om rust, aandacht en leerenergie te versterken.
