Waarom sommige kinderen moeite hebben met tijd

Waarom sommige kinderen moeite hebben met tijd

Inleiding

Sommige kinderen lijken maar geen grip te krijgen op tijd. Ze weten niet goed hoe lang iets duurt, komen steeds te laat in actie of raken in paniek als er tijdsdruk is. Dat roept snel vragen op: “Is dit onwil? Is mijn kind gewoon slordig? Of zit er meer achter?”

Voorbeeld

Je vraagt je kind om een opdracht af te maken in tien minuten. Na tien minuten is er nog bijna niets gedaan. Je kind zegt: “Ik was toch bezig?” Terwijl jij de klok strak in de gaten houdt, verliest je kind de tijd uit het oog.

Centrale vraag

Waarom hebben sommige kinderen zoveel moeite met tijd, tijdsbesef en klokkijken?.

Hoofdstuk 1 – Wat betekent ‘moeite met tijd’? (definitie en uitleg)

Een kind heeft moeite met tijd als het bijvoorbeeld:

  • tijdsduur niet kan inschatten
  • steeds verrast wordt door “O, is het nú al?”
  • veel spanning voelt bij tijdsdruk
  • klokkijken lastig blijft vinden, ondanks oefenen
  • taken niet binnen de tijd afrondt

Dat betekent niet dat het kind lui, ongeïnteresseerd of ongeconcentreerd is. Vaak spelen onderliggende factoren in het brein en de ontwikkeling een belangrijke rol.

Hoofdstuk 2 – Werkgeheugen en executieve functies

Tijd vraagt veel van het werkgeheugen en andere executieve functies.

Een kind moet:

  • onthouden hoelang het heeft
  • in gedachten kunnen bijhouden hoeveel tijd voorbij is
  • op tijd starten met een taak
  • plannen wat eerst moet en wat daarna

Als werkgeheugen of executieve functies zwakker zijn, zie je:

  • rommelig starten of niet starten
  • tijd “kwijt” zijn tijdens het werken
  • geen idee hebben hoeveel tijd iets gekost heeft
  • steeds te laat klaar zijn

Dit is geen onwil, maar een vaardigheid die nog niet goed ontwikkeld is.

Hoofdstuk 3 – Beelddenken, taal en de manier van uitleggen

Beelddenkers en talig minder sterke kinderen lopen extra risico om vast te lopen met tijd:

  • zij denken in beelden, gevoelens en associaties, minder in woordjes en klokgetallen
  • talige uitleg als “kwart voor, kwart over, tien over half” voelt chaotisch
  • ze onthouden het plaatje van de klok, maar niet de woorden die erbij horen

Zonder visuele steun wordt tijd dan een soort brei van vage begrippen.

Deze kinderen hebben juist baat bij:

  • duidelijke, visuele vakken op de klok
  • vaste stappen: eerst uren, dan halve uren, dan kwartieren, dan minuten
  • oefenen met concrete voorbeelden uit het dagelijks leven

Hoofdstuk 4 – Prikkelgevoeligheid, stress en tijdsdruk

Hooggevoelige of snel overprikkelde kinderen kunnen tijdsdruk als bedreigend ervaren:

  • een timer of klok kan voelen als een “tikkende bom”
  • spanning zorgt ervoor dat het denkende brein blokkeert
  • daardoor lijken ze ineens niets meer te weten

Tijdsdruk + gevoeligheid = dichtklappen.

Dan zie je:

  • tranen bij toetsen of opdrachten met tijd
  • uitstelgedrag (“Ik begin zo wel”)
  • boosheid of weerstand rond klokkijken

Rust, voorspelbaarheid en veilige oefensituaties zijn dan essentieel.

Hoofdstuk 5 – Wat kun je als ouder doen?

Je kunt je kind helpen door:

  • tijd zichtbaar te maken met een oefenklok, kalender of stappenplan
  • kleine stukjes te oefenen in plaats van lange sessies
  • tijd te koppelen aan dagelijkse routine (na het eten, voor het douchen…)
  • niet te vroeg ingewikkelde kloktaal te gebruiken
  • veel begrip te tonen: het ís gewoon lastig

Wil je hierbij een hulpmiddel dat speciaal is ontwikkeld voor kinderen die moeite hebben met tijd?

Met het pakket In NO TIME leren klokkijken:

  • bouw je klokkijken stap voor stap op
  • maak je tijd concreet en visueel
  • krijgen kinderen een oefenklok met spiekbrief, een werkboek en leuke diploma’s

Zo wordt tijd minder vaag – en klokkijken een succeservaring in plaats van een strijd.


Wil je meer weten over hersenrijpheid dan is de mini-cursus Brein & leren een mooie manier om snel meer te begrijpen over de ontwikkeling van hersenen van jonge kinderen en hoe dit samenhangt met leren.