ADHD - vol hoofd

Wat is ADHD?

Inleiding

ADHD wordt vaak gezien als druk of impulsief gedrag, maar het gaat vooral over hoe het brein prikkels, aandacht en motivatie regelt. Het ADHD-brein werkt sneller, zoekt meer prikkels en heeft meer moeite met het filteren van informatie. Daardoor kan een kind op school en thuis sneller vastlopen. Het is geen onwil, geen gebrek aan discipline en geen gevolg van opvoeding. Het is een andere manier waarop het brein is ingericht.

Voorbeeld uit de praktijk

Een jongen in groep 5 was creatief en grappig, maar verdwaalde steeds in zijn eigen gedachten. Hij vergat waar hij was gebleven, raakte zijn spullen kwijt en voelde zich dom. Toen hij werkte met kleine stappen, bewegend leren en visuele ondersteuning zei hij: “Nu blijft het rustig in mijn hoofd.” Zijn gedrag veranderde niet doordat hij “meer zijn best deed”, maar doordat zijn omgeving aansloot bij zijn brein.

Centrale vraag

Wat is ADHD precies en hoe herken je het in het dagelijks leven van je kind?

Hoofdstuk 1 – Wat is ADHD? (Definitie)

ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder. Het is een neurobiologische ontwikkelingskwetsbaarheid waarbij het brein moeite heeft met aandacht vasthouden, impulsen remmen, rust bewaren, organiseren en plannen. Er zijn drie types: overwegend onoplettend, overwegend hyperactief-impulsief en gecombineerd type. ADHD is geen keuze en geen karaktertrek. Het brein reageert anders op prikkels, motivatie en taken.

Hoofdstuk 2 – Hoe werkt het brein bij ADHD?

Het ADHD-brein filtert prikkels minder sterk, waardoor geluiden, bewegingen en gedachten sneller binnenkomen. Het remt impulsen minder goed en heeft meer behoefte aan dopamine, waardoor motivatie afhankelijk is van interesse, nieuwigheid of urgentie. Focus wisselt: soms afgeleid, soms diepe hyperfocus. Het werkgeheugen is kwetsbaar, waardoor stappen en opdrachten sneller verdwijnen. Emoties verlopen sneller en intenser.

Hoofdstuk 3 – Hoe herken je ADHD?

Op school herken je ADHD aan snel afgeleid zijn, impulsieve antwoorden, moeite met stilzitten, foutjes door haast, problemen met planning en werkhouding, en wisselende prestaties. Thuis zie je vaak energie, frustratie, sterke emoties, moeite met overgangsmomenten, chaotische routines en een vol hoofd. Sterke kanten zijn creativiteit, humor, originele ideeën, gevoeligheid voor sfeer en grote veerkracht.

Hoofdstuk 4 – Wat betekent ADHD in het dagelijks leven?

Het ADHD-brein raakt sneller overprikkeld. Starten is lastig omdat de interne ‘startknop’ moeite heeft om te vuren. Overgangen kosten energie en planning voelt overweldigend. Sociale situaties kunnen mislopen door impulsiviteit, maar ADHD-kinderen zijn vaak eerlijk, warm, grappig en betrokken. Ze leren anders, denken anders en hebben een andere ingang nodig om tot hun kracht te komen.

Hoofdstuk 5 – Hoe help je een kind met ADHD?

Geef korte, concrete opdrachten en gebruik visuele stappen. Voeg beweging toe, zeker bij leeractiviteiten. Bied een rustige werkplek en bereid overgangen voor met tijdswaarschuwingen. Gebruik positieve bevestiging om motivatie en zelfvertrouwen te versterken. Zorg voor voorspelbare routines en een duidelijke dagstructuur. Het belangrijkste is dat een kind zich veilig, gezien en gesteund voelt.