Wat is ADD

Inleiding

Veel ouders kennen ADD als de ‘rustige variant van ADHD’, maar dat klopt niet. ADD is geen mildere vorm. Kinderen met ADD kunnen net zo vastlopen als kinderen met ADHD, alleen is hun manier van reageren subtieler. ADD gaat vooral over een brein dat sneller overprikkeld raakt, moeite heeft met aandacht vasthouden en veel interne activiteit heeft, zonder dat dat zichtbaar is in gedrag. Daardoor worden deze kinderen vaak verkeerd begrepen of over het hoofd gezien.

Voorbeeld uit de praktijk

Een meisje in groep 7 zat stil in de klas. Ze maakte geen problemen, was vriendelijk en deed haar best. Toch zakten haar resultaten steeds verder weg. Toen ik haar vroeg hoe het voelde, zei ze: “Het is alsof mijn hoofd dingen niet kan onthouden zoals andere kinderen.” Ze was niet lui, traag of ongeïnteresseerd. Haar brein had moeite met het vasthouden van aandacht, het verwerken van taal en het starten van taken. Pas nadat we dit herkenden, kon ze eindelijk werken op een manier die bij haar paste.

Centrale vraag

Wat is ADD precies, hoe herken je het bij je kind en wat helpt om het leren en functioneren te ondersteunen?

Hoofdstuk 1 – Wat is ADD? (Definitie)

ADD staat voor Attention Deficit Disorder en valt binnen de ADHD-diagnoses als subtype zonder hyperactiviteit of impulsiviteit. Kinderen met ADD zijn vaak dromerig, in gedachten verzonken, gevoelig voor prikkels en snel moe. Ze zijn niet druk, maar wel snel vol in hun hoofd. ADD gaat over aandacht regulatie, werkgeheugen, informatieverwerking en mentale energie. Het is geen gebrek aan wil, motivatie of inzet.

Hoofdstuk 2 – Hoe werkt het brein bij ADD?

Het ADD-brein filtert prikkels minder goed waardoor belangrijke informatie niet altijd blijft hangen. Het werkgeheugen raakt snel overbelast en er is meer tijd nodig om informatie te verwerken. De interne wereld is drukker dan de buitenwereld laat zien. Er is vaak weinig dopamine, waardoor motivatie en focus moeilijk op gang komen. De startknop hapert en taken beginnen kost veel energie. Dit leidt tot traagheid, vergeetachtigheid en snelle mentale vermoeidheid.

Hoofdstuk 3 – Hoe herken je ADD?

Op school valt op dat een kind dromerig is, wisselende prestaties laat zien, langzaam start, moeite heeft met het vasthouden van aandacht en vaak niet weet wat de opdracht precies was. Ze missen stukjes instructie, vergeten stappen en raken snel overweldigd door veel informatie. Thuis zie je dat routines lastig zijn, dat ze dingen vergeten of kwijtraken, dat ze moe thuiskomen en dat ze tijd nodig hebben om te herstellen. Karaktereigenschappen zijn gevoeligheid, creativiteit, fantasie, empathie en perfectionisme.

Hoofdstuk 4 – Wat betekent ADD in het dagelijks leven?

Kinderen met ADD zijn vaak gevoeliger voor prikkels zoals geluid, stress en drukte. Ze hebben tijd nodig om op gang te komen en raken mentaal uitgeput van schoolse taken die veel taal of concentratie vragen. Hun tempo ligt lager, niet omdat ze traag zijn, maar omdat hun brein langer nodig heeft om informatie te verwerken. Ze kunnen onzeker worden omdat ze merken dat anderen sneller snappen wat er gebeurt. Tegelijk zijn ze vaak zeer creatief, betrokken, gevoelig en wijs.

Hoofdstuk 5 – Hoe help je een kind met ADD?

Gebruik visuele stappen, eenvoudige instructies en rustige werkplekken. Geef extra tijd om op gang te komen en bouw pauzes in om mentale overprikkeling te voorkomen. Verminder werkdruk door opdrachten kleiner te maken. Zorg voor voorspelbare routines, duidelijke verwachtingen en tijd om te herstellen. Begrip en veiligheid zijn essentieel. Deze kinderen bloeien wanneer ze leren in hun eigen tempo en met een aanpak die past bij hun brein.